Ajax shop

Ajax

Zijn stem herkende je uit duizenden. Scherpe tonen, spraak een beetje binnensmonds maar toch goed articulerend. Een stem waar iedereen automatisch naar luisterde, eentje met gezag. Komt een trainer goed van pas. In de vijf jaar dat de stem van Rinus Michels over het complex van De Meer schalde, werd het rood-witte Ajax shirt legendarisch. De club bestond toen al 65 jaar, opgericht in 1900. Na zeven jaar verhuisde Ajax naar de Watergraafsmeer in Amsterdam-Oost. Tribunes en kleedkamers waren er niet, omkleden deden de spelers in het café aan de overkant van de Middenweg. Iets minder dan dertig jaar later werd Stadion De Meer geopend. Het stadion waarin Ajax zou uitgroeien tot de grootste club ter wereld, waar onder leiding van Rinus ‘De Generaal’ Michels in 1965 alles begon. In zijn team speelde ene Johan Cruijff. Toen nog een junior, amper zeventien jaar oud, maar iedereen zag de potentie. De hele club kende hem allang, hij trainde vanaf zijn zesde af en toe mee, speelde vanaf zijn tiende officieel in de jeugd, in een wit-rood-wit shirt met witte shorts en witte sokken, mama Cruijff werkte er in de kantine. Ajax was Cruijffs tweede huis, hij kende geen andere kleding dan het rood en wit. In de jaren zestig introduceerde Michels met Ajax een compleet nieuwe manier van voetballen: het totaalvoetbal. Verdedigen begon bij de aanvallers, de aanval startte bij de verdedigers. In enkele jaren tikte Ajax zichzelf naar de wereldtop. Met de sterrenvoorhoede van Swart, Keizer en Cruijff won Ajax in 1971 de Europa Cup I. De volgende twee jaar won Ajax het toernooi opnieuw. Drie jaar op rij dus: in ‘71, ‘72 en ‘73. Op slag was De Meer heilige grond. Tramlijn 9 richting Diemen puilde sindsdien uit: rood-witte fans met jassen en jacks in een grote stoet richting het stadion. Een pelgrimstocht voor ajacieden. Hopend op een glimp van een idool als de spelers in hun trainingspak de bus uitstapten. En wellicht een tussenstop bij een Ajax shop voor een mok van hun favoriete speler. Elke Ajax-fan heeft wel een favoriete ajacied. Kiezen is nog lastig: in al die jaren trokken er genoeg het rood-witte thuisshirt van Ajax aan. Bergkamp, Van Basten, Rijkaard schieten dan te binnen. Zo veel legendes zijn hier begonnen. Begin jaren negentig werd kiezen helemaal onmogelijk. De jonge Louis van Gaal nam als trainer plaats in de dug-out. Onder zijn hoede kreeg het totaalvoetbal dat Amsterdam nog kende van Michels en van Oranje uit 1988, een tweede leven.

In enkele jaren werd Ajax opnieuw de beste van Europa. Met Litmanen, Kluivert, Davids, Seedorf, Van der Sar en Overmars als opkomende talenten veroverde Ajax de wereld. Met Champions League-winst in 1995 als hoogtepunt. De gekte sloeg toe. Woonboten zonken bij de rondvaart door de stad, mensen dansten in de grachten. Amsterdamse dames en heren stonden massaal op het Museumplein. Baby’s werden vernoemd naar spelers. Ken je iemand die Jari heet en geboren werd rond 1995, dan is de kans groot dat Jari Litmanen de ouders inspireerde. In Amsterdam kochten ouders bij de geboorte voor hun kids een polo. Toen ze ouder werden, wilden de kinderen graag iets nieuws: een replica van het echte shirt of anders een van de sweaters en trainingspakken die op de training gedragen worden. Het ging de club voor de wind. Ajax verhuisde naar de Arena – met een grote Ajax fanshop beneden aan de straatkant. Spelers vertrokken. Een nieuw tijdperk brak aan. Ajax had altijd veel zelf opgeleide spelers, maar nu werden er even extra kolen op het vuur gegooid. De opleidingsmachine begon te draaien. De trainingsshirtjes en broeken van adidas, partner sinds 2000, waren niet aan te slepen voor alle talentjes op de Toekomst. Na de eeuwwisseling debuteerden de eerste supertalenten in Ajax 1. Aan de hand van Sneijder en Van der Vaart probeerde Ajax oude tijden te laten herleven. Eenvoudig was dat uiteraard niet. De Champions League win je niet zomaar. Sindsdien heeft Ajax een imago van opleidingsclub, een topteam waar talenten een kans krijgen door te breken. Dat blijkt wel uit de laatste gouden generatie die opstond. Met De Ligt, Van de Beek en Frenkie de Jong maakte Ajax weer grote indruk in de Champions League. Opnieuw lange rijen voor de Ajax shop, om misschien wel een goedkoop shirtje te scoren als aanbieding in de sale. De miljoenenboden stroomden ondertussen de bestuurskamer binnen voor de nieuwe lichting godenzonen. Maar de leiding liet de talentjes niet zomaar gaan. Ajax 1 is altijd een piepjong elftal – en toch doen ze altijd mee om de landstitel. Dat zijn ze verplicht, vanwege de naam, toch blijft het bewonderingswaardig dat het niveau altijd zo hoog blijft en er ook gewoon gewonnen wordt. Dat is wat Ajax doet: prijzen winnen en talent afzetten aan de top.